wantrouwen tegenover geluk

Door Liliane Wiliquet op

Geluk schijnt iets te zijn dat vaak met een diep wantrouwen benaderd wordt.

Een Amerikaans onderzoeker was geschokt toen hij peilde naar de meest kwetsbare momenten in mensenlevens. De antwoorden hadden vaak te maken met gelukkige gebeurtenissen :

"wanneer ik bij het bed van mijn slapende kinderen sta"

"wanneer ik bedenk hoeveel ik van mijn partner hou"

"als ik besef hoe goed ik het heb"

"toen ik een kind kreeg"

"als ik me blij voel"

"wanneer ik verliefd ben"

...

 

Onbewust proberen we kwetsbaarheid een slag voor te zijn.

We willen niet overrompeld worden door pijnlijke gevoelens.

We willen er niet door verrast worden, dus gaan we alvast oefenen dat we ergens kapot van zijn, of we verschuilen ons in een zelfverkozen staat van teleurstelling.

Ook onze cultuur helpt een handje bij dit doemdenken.

Tevens worstelen we ermee of we geluk wel waard zijn. Verdienen we dat wel, gezien onze tekortkomingen en gebreken? En hoe zit het met al die hongerigen en oorlogen in de wereld?

Wie zijn wij om geluk te ervaren?

 

Geluk toelaten blijkt een vaardigheid te zijn.

Zo bouwen we veerkracht op en kweken we hoop, iedere keer dat we onszelf toestaan om geluk te omarmen en toe te geven aan die momenten. Tegelijkertijd vergroten we onze draagkracht om tegenslagen beter te verwerken.

Dankbaarheid ontplooïen is daarbij het grootste tegengif voor wantrouwen tegenover geluk.