Deze overbekende stelregel is heel wat minder eenvoudig dan op het eerste gezicht lijkt!
Er schuilt een bepaalde veronderstelling in, waarvan de juistheid allesbehalve
zeker is, nml.: dat ik mezelf bemin!
In de praktijk koesteren wij vaak heel gemengde gevoelens jegens onszelf.
We voelen ons al snel tekort schieten omdat de voorgehouden idealen
onbereikbaar blijven.
We kunnen teleurgesteld of zelfs kwaad op onszelf zijn.
In dat geval is de kans groot dat we onze woede vroeg of laat naar buiten richten,
op iemand anders.
De ironie wil dat we daarmee nog steeds de morele stelregel naleven,
maar dan in negatieve zin : we houden van de ander zoals we van onszelf houden.
Dat wil zeggen : ik ben net zo kwaad op de ander als op mezelf.
Ook wanneer we de kwaadheid uitsluitend op onszelf blijven richten,
en ons verwerpen, blijft een liefdesverhouding moeilijk.
In dat geval zal, wanneer ik iemand ontmoet die mij ziet zitten, afwijzen,
want een liefdevolle blik van de ander past niet in de manier waarop ik naar
mezelf kijk.
Daarentegen, wanneer ik iemand ontmoet die mij maar niks vindt en voortdurend
bekritiseert, vind ik hem/haar al vlug de ware en zie ik hem helemaal zitten,
want hij bevestigt helemaal mijn zelfbeeld.
Als ik kies voor een "ideale partner", dan wordt mijn gevoel mislukt te zijn nog
meer uitvergroot.
Hij is zoveel beter dan ikzelf, in vergelijking met mij is hij perfect, dus ik hou van
hem omdat hij weerspiegelt wat ik zou moeten zijn.
In al die gevallen zal intimiteit onmogelijk zijn omwille van dezelfde reden :
de ik-figuur zit niet goed in zijn vel, houdt niet genoeg van zichzelf!
Hoe kan hij dan van iemand anders houden?
Een betere formulering van de "bemin uw naaste zoals uzelf"-stelregel luidt
als volgt : HOU VAN JEZELF ZODAT JE OP EEN VERGELIJKBARE MANIER
VAN IEMAND ANDERS KAN HOUDEN.
Voor alle duidelijkheid : de eigenliefde die we hier bedoelen staat los van
eigendunk, zelfgenoegzaamheid en egoïsme!!!!!
- Login om te reageren